De autoluwe binnenstad heeft vele winnaars

Steeds meer gemeenten zijn bezig de binnenstad autoluw te maken. Apeldoorn heeft bijvoorbeeld plannen hiervoor, maar ook Amersfoort, ‘s-Hertogenbosch en Gouda zijn bezig met nieuwe beleid. Nieuwe plannen en beleid zorgen vaak voor onzekerheid en weerstand. Wat gaat het echt brengen? Ondernemers vrezen dat hun omzet daalt en bewoners zijn bang voor de leefbaarheid. De auto zou niet meer in de binnenstad kunnen komen. Bezoekers blijven weg, de omzet daalt en ondernemers wordt de nek omgedraaid. Dat is de teneur, maar is dit gegrond? Nee, in tegendeel een autoluwe binnenstad heeft juist vele winnaars. De stad wordt aantrekkelijker. De verblijfskwaliteit neemt toe. De stad wordt leefbaarder, zowel voor de bewoner als voor de bezoeker. En ook ondernemers profiteren.

Wat is autoluw?

Om te beginnen, wat is een autoluwe binnenstad? Dat is een binnenstad met weinig autoverkeer. Niet te verwarren met een autovrije binnenstad. Een autovrije stad is een stad waar de auto niet in kan. Een autoluwe binnenstad is wel toegankelijk voor de auto. Bewoners, ondernemers, logistieke diensten, bevoorrading kunnen, al dan niet met ontheffing, gewoon de stad inrijden en daar parkeren. Andere bewegingen met de auto worden echter beperkt. Doorgaand verkeer wordt geweerd en parkeren voor bezoekers wordt zoveel mogelijk aan de rand gefaciliteerd. En dit is niet nieuw. Kijk naar de binnenstad van ’s-Hertogenbosch. Daar is zo’n tien jaar geleden de Sint-Jan parkeergarage gebouwd aan de rand van de stad. Tegelijk is het centrale plein de Parade afgesloten voor parkeren en autoluw gemaakt. Het plein wordt nu volop gebruikt voor evenementen en terrassen. En ondanks dat de parkeergarage op enige afstand ligt is deze vaak bomvol en lopen massa’s mensen, via de aantrekkelijke looproute, van en naar de stad.

Waarom autoluw?

De reden om een binnenstad autoluw te maken is om de overlast van de auto te verminderen. Die overlast heeft te maken met de ruimte die de auto inneemt. De parkeergarages, het straat-parkeren, de wegen en alle verkeersbewegingen leggen een groot beslag op de schaarse ruimte in de krappe (vaak historische) binnenstad. Dit beperkt ander gebruik en andere doelstellingen, waaronder het creëren van meer groen, een beter woonklimaat, meer ruimte voor verblijfsvoorzieningen en meer ruimte voor andere verkeersstromen, zoals de voetganger en de fietser.

Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw en ook nog begin deze eeuw had de binnenstad een belangrijke winkelfunctie. In de hoofdstraten vestigden zich vele winkels. De straten en centrale pleinen werden autovrij gemaakt. In veel binnensteden werden ook grote winkelcentra en parkeergarages gebouwd. Het bekendste voorbeeld is Hoog Catharijne in Utrecht, maar denk ook aan de Heuvelgalerie in Eindhoven, de Baronie in Breda of de Arena in ‘s-Hertogenbosch.

Nu transformeren binnensteden langzaamaan tot multifunctionele centrumgebieden met een diversiteit aan voorzieningen van winkels, horeca, cultuur, wonen en werken. De pure winkelfunctie wordt minder. Tegelijk wordt de openbare ruimte steeds belangrijker als verbinding tussen de voorzieningen én als verblijfsgebied voor bewoners en bezoekers. Dit vraagt ruimte. Die behoefte verschuift naar het gebruik van de openbare ruimte. Een parkje om rustig te zitten, een pleintje met leuke terrasjes, evenementen of een straat met leuke winkeltjes, horeca in een groene omgeving met geveltuintjes.

Andere functie andere prioriteiten

Deze veranderende functie is dé aanleiding om te werken aan een autoluwe binnenstad, om meer ruimte te creëren voor verblijf, kwaliteit en verbinding. Autoluw gaat dus niet om ‘autopesten’, zoals sommigen zullen zeggen. Sowieso een vreemde gedachte. Het gaat namelijk niet om de auto. Het gaat om de bezoeker, die de ene keer met de auto komt en de andere keer misschien met de fiets of wat dan ook. En hoe meer mensen niet met de auto komen, hoe meer ruimte er ontstaat voor de auto. De veranderende functie van de binnenstad leidt tot andere behoeften en andere prioriteiten. Het eenzijdig blijven vasthouden aan de auto is daarvoor niet meer nodig, sterker het beperkt juist de groei en ontwikkeling van de stad. Maatschappelijk én economisch.

Meer kwaliteit is meer omzet

In maatschappelijke zin is de behoefte om meer kwaliteit en waarde aan de openbare ruimte toe te dichten. Mensen maken gebruik van die ruimte en wensen daarbij een hoge kwaliteit, een prettige inrichting en veel verblijfswaarde. Het is daarom logisch hierop in te zetten. Bovendien levert dit ook economisch veel op. Uit onderzoek blijkt namelijk dat in binnensteden waar de sfeer en inrichting van de openbare ruimte hoog worden gewaardeerd door bezoekers de gemiddelde omzet van winkels hoger is dan in steden waar de inrichting minder goed is. Een combinatie van goed winkel- en horeca-aanbod en een aantrekkelijke sfeervolle inrichting van de stad loont dus.

Daarbij komt dat de waardering van parkeren nauwelijks tot geen effect heeft op de omzet van winkels in de binnenstad. Uit onderzoek blijkt dat een slechte waardering van het auto-parkeren er niet voor zorgt dat de gemiddelde omzet van niet-dagelijkse winkels lager is dan bij een goede waardering[1]. De reden dat mensen naar een binnenstad gaan is omdat deze dichtbij is of omdat er een aantrekkelijk voorzieningenaanbod is. 35% kiest voor het centrum meest dichtbij en 40% tot 50% vanwege de aard en de omvang van het winkelaanbod. Goed parkeren is nauwelijks een beslissende factor. Slechts 10% kiest een centrum omdat je daar zo goed je auto kan parkeren. Betaald parkeren is al helemaal geen factor. Nog geen 5% noemt dit als motief om naar een centrum te gaan[2].

Overall gezien is parkeren natuurlijk een randvoorwaarde voor een binnenstad. De binnenstad moet toegankelijk zijn, ook met de auto. Waar en hoe er geparkeerd kan worden biedt echter veel mogelijkheden en kansen. Midden in de stad parkeren is geen noodzaak. Winkels hoeven niet slechter te gaan functioneren als je niet voor de deur kan parkeren. De kansen zijn er om het auto-parkeren beter dan nu te organiseren. Dit kan door kwalitatief goede locaties te creëren aan de randen van de binnenstad. Zo ontstaat ruimte voor ander gebruik in de binnenstad, met meer kwaliteit.

Dit maakt dat het autoluwe maken van de binnenstad alleen maar winnaars geeft. De kwaliteit van de openbare ruimte wordt beter, er ontstaat meer ruimte van voorzieningen waar behoefte aan is en de omzet van winkels en horeca gaat omhoog. Daarmee is een autoluwe binnenstad maatschappelijke en economisch aantrekkelijker.


[1] Onderzoek relatie omzet centrumgebieden en parkeren (Emma retail, 2023)

[2] Koopstromenonderzoek 2021, Winkelen in veranderende tijden (I&O research, 2022)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.